dinsdag 23 maart 2010

symposium lezen centraal



Op 23 maart jl mocht ik namens de bieb het jaarlijks symposium "lezen centraal" van de Stichting Lezen bijwonen, lekker dichtbij in de Reehorst. Mijn taak was om een boekenkastje te vullen met verschillende soorten boeken, varierend van boeken rondom de historische canon, griffels en penselen, kinderjury, Woutertje Pieterse en andere prijzen, maar ook gewoon lekkere leesboeken en leuke informatieve boeken. In de pauzemomenten kon ik dan boeken-gesprekjes voeren met de bezoekers. Paulien en Heleen hadden me gelukkig meegeholpen om de mooiste boeken te verzamelen en Errol kwam precies op tijd met de ca. 200 boeken (er gaan ook wel es dingen goed haha). Voor dit unieke uitstapje had ik me een nieuwe broek aangemeten waarvoor ik eigenlijk nog 2 kilo moest afvallen, wat ongeveer voor een kwart gelukt is. Als ik de dikke pil van Chambers even weglegde was ik wel opeens een stuk lichter, maja.

Het thema van het symposium was dit jaar "Lezen aan de basis; leesmotivatie en literaire competentie in het basisonderwijs". Als spreker was oa de beroemde & geadoreerde Aidan Chambers te gast. Ook al is hij geen George Clooney, hij heeft gewoon iets magisch en aandoenlijks. Er waren zelfs fans die hem volgen naar elk optreden haha en de organisatie maar denken dat het lezen centraal stond. En ja, ik ben natuurlijk ook voor hem gevallen, heb iig een boek + handtekening gescoord. Stond als eerste bij de kraam van Julia van het Paard van Troje die na ongeveer 100 telefoontjes op de valreep de laatste 100 exemplaren langs ondoorgrondelijke wegen op de kop heeft kunnen tikken. Het boek "Dit is alles" van slechts een kleine 800 pag, voor Susan en Ilse wanneer ze 16 jr (of iets ouder) zijn. Ik zal 'm deze week wel uitlezen denk ik. Er zit zoveel levenswijsheid, psychologie, filosofie en alles in, ik had graag gewild dat ik dit boek op m'n 16e had gelezen. Op het eind sprak ik een spreker die niet zo blij was met al dat lyrische gedoe over Aidan Chambers, want wat heeft hij nou eigenlijk helemaal gezegd en geschreven vroeg hij mij nors, Chambers redeneert alleen maar in z'n fictie en die boekjes over leesbevordering zijn al van eeuwen terug, sja ik heb me maar een beetje op de vlakte gehouden met "iedereen heeft z'n eigen insteek" wat natuurlijk een giller van een dooddoener is, ik moet er nog achter komen of norsie gelijk heeft of dat hij gewoon ook graag een rij om handtekeningen smekende vrouwen achter zich aan had gehad.
Chambers is in het basisonderwijs vooral bekend geworden door zijn idee van de leescirkel. Het is een handvat voor leesbevordering waarin de helpende volwassene steeds aanwezig is om het kind te coachen in het aanbod van goede en mooie boeken door deze beschikbaar te stellen en goed te presenteren, daarna gelegenheid en tijd te bieden voor het lezen en voorlezen van de boeken en uiteindelijk te komen tot interaktie over de gelezen boeken door gesprekjes of andere manieren van verwerking. Hij benadrukt dat ieder kind een leeslogboekje moet aanleggen, zodat zowel het kind als de leerkracht weten wat het al heeft gelezen. Het is niet alleen belangrijk om te weten maar heeft ook gevoelswaarde. Als je je leven lang zo'n leeslogboekje bijhoudt komen er bij elke titel weer herinneringen boven die je associeert met de tijd dat je dat bepaalde boek las, net zoals bij muziekfragmenten ook spontaan herinneringen bovenkomen. Zo'n leeslogboekje hoeft natuurlijk niet meer persé een echt schriftje te zijn, zoals Chambers beweert, maar kan heel goed digitaal (in librarything, my discoveries of bicatwise bv?) Vantevoren had ik de boekjes van Chambers over leesbevordering wat doorgesnuffeld en had daaruit wel een lesje geleerd. Triest dat ik daar nu pas achterkom, want je moet dus nooit vragen aan een kind "waarom vond je dat boek leuk/niet leuk", die vraag is te groot en slaat alle reaktie eigenlijk dood. Had ik dat maar beseft voordat we met het leesprogramma begonnen. Wat je beter kunt vragen is "wat vond je een leuk stukje, welke woorden heb je geleerd, wat vond je moeilijk, zitten er herhalingen in etc. gerichte en behapbare vragen dus.

Een andere spreker was Piet Mooren, verbonden aan de Universiteit van Maastricht, hij is gepromoveerd op de rol van prentenboeken in cultuurspreiding en leesbevordering. Hij had een goed verhaal over hoe kinderen oa hun verbeeldingskracht kunnen ontwikkelen dankzij prentenboeken en kinderversjes. Vaak wordt onderschat hoe belangrijk het is om fantasie te ontwikkelen, voor het inlevingsvermogen, om jezelf en de wereld om je heen te begrijpen, maar ook om verschillende oplossingen te kunnen verzinnen voor alle mogelijke problemen die je tegenkomt in je leven. Hij zong nog een variatie op het liedje van 2 beren, nl. 'k zag 2 treinen samen lijnen, jaja, zong hij dat nou speciaal voor mij? Hij gaf wel leuke voorbeelden van prentenboeken, alleen een beetje gedateerd naar mijn smaak. Ik had verwacht dat hij kikker van Max Velthuijs nog wel zou noemen, het was tenslotte de kikkertiendaagse, maar nee en ik had nog wel de mooiste exemplaren in m'n kastje gezet! kwaak

Als laatste gaf Kees Vernooij ons de wind van voren. Hij is specialist op het gebied van taal/lezen aan de hogeschool Edith Stein in Hengelo. Hij stortte in rap tempo aan de hand van veel onderzoeksgegevens de verschrikkingen van onvoldoende leesvaardigheid over ons uit. Ik keek stiekem om me heen tijdens deze lezing in de veronderstelling dat iedereen wel in tranen uit zou barsten. Dat gebeurde net niet maar misschien geeft het wel een verklaring voor de minimale reakte op de slotvraag van Hans Smit om de dag met een woord of zin samen te vatten. We waren gewoon een beetje murw. Ik geloof direkt dat Kees Vernooij gelijk heeft als hij zegt dat het leesonderwijs momenteel te slap wordt aangepakt. Kinderen moeten gewoon vlot leren lezen en met de groep meegaan. Ze moeten niet te snel uit de groep gehaald worden als ze wat trager lezen, maar juist mee met de groep en dan wat meer tijd krijgen. Volgens hem kloppen de dyslexie aantallen ook niet, niet dat dyslexie niet bestaat, maar niet op zo'n grote schaal als nu lijkt. Het was wel bijzonder om naar zijn geknal te luisteren, hij had nog maar weinig tijd (nadeel van de laatste spreker) maar wilde natuurlijk wel z'n ei kwijt.... en dat is volgens mij aardig gelukt. Ik ben heel benieuwd hoe leerkrachten hierop reageren. Een goeie om in je achterhoofd te houden: leesbevordering/onderwijs vermindert gedragsproblemen en zelfs criminaliteit. Deze kan ik misschien gebruiken om m'n nog steeds niet van harte lezende zonen van 16 en 14 jr over te halen. Eigenlijk was het natuurlijk allang bekend "bouw scholen, dan kun je de gevangenissen sluiten......" Helaas wordt nu het omgekeerde gedaan, eerst wordt bekeken hoeveel analfabeten in een gebied wonen, daarna wordt extra ruimte gereserveerd voor de bouw van gevangenissen, bah, ik voel opeens een onleesbare depressie opkomen.

Ik bedenk opeens dat ik de eerste spreker nog niet heb genoemd, dat was Herman Franssen van de onderwijsinspectie. Het enige wat ik nog van zijn verhaal weet is dat hij hamerde op het belang van goed leesonderwijs, niet alleen technisch maar ook belevend. En dat er momenteel toetsinstrumenten worden ontwikkeld voor dit onderdeel, zodat scholen er ook echt mee aan de slag moeten. Dat geeft hoop!

's Middags waren er allerlei workshops om uit te kiezen, ik heb meegedaan aan "motiveren is een must" en "boekenbendes".
De eerste werd geleid door Janneke van Hardeveld, taal-leesexpert bij CPS, ze zette ons aan het werk met allerlei leesverwerkingsopdrachten en zette ons aan het denken over wat eigenlijk een lezer is. Mensen die niet van fictie houden maar wel non-fictie lezen, bijv. de krant, vakliteratuur etc. zijn toch lezers. Veel kinderen (vooral jongens) houden ook niet van fictie, maar vinden het wel leuk om informatieve boeken over hun hobby of lievelingsdier te lezen. Als je dit in je achterhoofd houdt kun je hier op inspelen, zodat ook deze kinderen een leuk boek in handen krijgen! Ze gaf nog allerlei praktische tips voor interaktie met kinderen over boeken, bijv. recensies schrijven, de schrijver mailen, bepaalde woorden ophangen bijv. de ene week treurige, de andere week vrolijke woorden etc. een quiz bedenken, vergelijk de film met het boek.

De tweede workshop werd geleid door Kees Broekhof, hij vertelde over de naschoolse leesclubs oftewel "boekenbendes". Er zijn inmiddels allerlei boekenbendes opgestart en bij het tijdschrift "lezen" van stichting Lezen is nu een themanummer verschenen, met achtergrondinformatie, draaiboek en stappenplan. Lijkt me heel leuk om te doen. Belangrijk is om hierin samen te werken met scholen, het liefst in een bestaande struktuur van naschoolse aktiviteiten. Klein vraagje: hoe doe je dit als je 50 tot 60 basisscholen in je werkgebied hebt?

Het was heel leuk om met allerlei bezoekers korte boekengesprekjes te voeren. De gespreksstof varieerde van "hoe kom ik aan die genrestickers voor onze schoolbieb", (ik moet haar nog terugmailen met het antwoord dat ik via de NBD buurman kreeg) tot "ik mocht hier niet naartoe van m'n direkteur (!!) dus heb ik er een vrije dag voor opgenomen, shocking. Daartussenin veel gesprekjes over oh ja, dat boek is zo leuk, gauw de titel noteren, een feest van herkenning. En natuurlijk even het boek van Chambers inkijken, want die zat bij de verkoopkraam nog in plastic gepakt, ha. Er was ook iemand die gedeeltelijk in een boekhandel werkte en gedeeltelijk voor de klas stond. Een ideale kombi voor bijv. boekenbendes!

De dag werd op een leuke en vrolijke manier in goede bananen geleid door Hans Smit (bekend van het jeugdjournaal). Bij de afsluiting vond ik het wel een beetje sneu voor hem en de organisatie want hij vroeg nog wat evaluerende kreten uit de zaal, maar blijkbaar was iedereen al zo moe of onder de indruk van het volle programma dat er weinig zinnigs meer uit kwam. Ik was natuurlijk ook niet alert genoeg, wat ik had willen zeggen schrijf ik dus maar even hier: het was een superleuke en inspirerende dag! Echt lekker de hele dag over de inhoud van je werk, los van al het georganiseer, gewoon een stukje paradijs.

2 opmerkingen:

  1. Dag Bonbon,
    Heel hartelijk bedankt voor dit verslag. Wat valt er veel van mee te nemen! Ik heb het pas 1x gelezen, maar dat is veel te weinig. Ik begrijp goed dat dagen als deze heel belangrijk zijn voor het werk. Dat geeft je moed om ook de vervelende dingen aan te pakken. We profiteren allemaal mee en we boffen maar met iemand die er maar niet in kan slagen om een saai stuk te schrijven.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Botsende belangen

    In de nasleep van het symposium Lezen Centraal waar ik een plenaire lezing mocht verzorgen, kon ik kennismaken met het daaraan gewijde bonbonblogje. Die kennismaking is me inderdaad als een bonbon op de tong gesmolten. Wat een geestig, behendig en lekker snoepje, al past de anonimiteit van de auteur niet helemaal bij het prettig kritisch karakter van het stukje en al lijkt het me ook voor vrouwen een goede gewoonte om in die situatie man en paard te noemen.
    Weliswaar wijdt bonbonblogje aardige woorden aan mijn bijdrage, waar ze mijn voordracht met naam en toenaam bespreekt, maar de kans bestaat dat menigeen aan mij moet denken bij wat een van de anoniem opgevoerde sprekers haar als oordeel heeft toevertrouwd over de lezing en het werk van Chambers. Bonbonblogje schrijft het volgende: ‘Op het einde sprak ik een spreker die niet zo blij was met al dat lyrische gedoe over Aidan Chambers, want wat heeft hij nou helemaal gezegd en geschreven vroeg hij mij nors, Chambers redeneert alleen maar in z’n fictie en die boekjes over leesbevordering zijn al van eeuwen terug.(...) ik moet er nog achter komen of norsie gelijk heeft of dat hij gewoon ook graag een rij om handtekeningen smekende vrouwen achter zich aan had gehad’.

    Als ik de aangehaalde spreker al ben geweest, dan geldt dat toch zeker niet ten volle voor de aangehaalde argumenten. Ik waardeer de boeken van Chambers over leesbevordering zeer, las veel van zijn vrij werk met groot genoegen en heb me enkel over zijn adolescentenroman Niets is wat het lijkt tendele kritisch uitgelaten (zie Literatuur zonder leeftijd, nr. 65). Maar zijn lezing vond ik ver onder de maat van wat ik eerder van hem heb mee mogen maken en klinkklare onzin, waar hij voorstelde om studieboeken aan universiteiten te gaan voorlezen, omdat onbekende woorden dan makkelijker verbinding leggen met bekende woorden en begrippen in je hersenen en het studeren zelf dan ineens stukken beter gaat. Maar waarom zou het stillezen dan ooit in de geschiedenis van de leesdidactiek zijn vervangen door hardop lezen? En waarom zetten toneelspelers teksten die bekken op hun repertoire en geen studieboeken? Lenen teksten die bekken zich niet juist door hun rijm en ritme in het bijzonder voor voorlezen, terwijl studieteksten dat nou net helemaal niet doen. Die moeten het doorgaans van hun logische, grammaticale en tekstuele structuur. Was Chambers toen hij zo diep inging op neurologische facetten van onze leescapaciteit nog wel de spreekwoordelijke schoenmaker die zich bij zijn leest hield? Wijst een proefondervindelijke test van de sheet met het fragment uit de studietekst over hoe onze hersens bij het lezen functioneren die Chambers hardop voorlas (zie de site van Lezen Centraal of van Stichting Lezen) niet uit dat de door hem beloofde effecten uitblijven? Moeten we Chambers als leesneuroloog dan niet als een charlatan aftitelen? En is het geen doodzonde dat hij nauwelijks toekwam aan de twee boeken waarmee hij onze leesdidactiek en leesbevordering zo verrijkt heeft?
    Zulke vragen en eisen aan Chambers stellen vind ik relevanter dan het smeken om een handtekening, en zo vind ik het ook meer voor de hand liggen om in voordrachten over bouwstenen van literaire competentie klassieke titels die een groot deel van het publiek al kent aangehaald te krijgen dan recente titels die nog hun weg tot het grote publiek moeten vinden. Die titels kun je toch ook veel beter gaan zoeken op boekenbeurzen en in vakbladen als Leesgoed waar overigens binnenkort een korte versie van de tekst van mijn voordracht in de papieren versie te lezen zal zijn en de hele voordracht plus plaatjes op de website van Leesgoed.

    Piet Mooren

    BeantwoordenVerwijderen